Dromedarissen worden al duizenden jaren als rij- en lastdier gebruikt, vooral in droge gebieden. Het is niet vreemd dat ze juist daar worden ingezet, want deze ‘schepen van de woestijn’ zijn in staat te overleven in gebieden waar andere zoogdieren het loodje leggen. Hoe doen ze dat?

In elk droog klimaat is het een terugkerend verschijnsel waarmee men heeft te leven: ontelbare stuks vee komen om, hele kuddes runderen, geiten en schapen worden uitgeroeid. Maar er is één dier dat wel in deze droogte overleeft: de dromedaris. Zijn droogte-trotserende eigenschappen maken het mogelijk om water vast te houden zodat hij niet uitdroogt. Op die manier overleeft hij onder omstandigheden die voor andere grazers catastrofaal zijn.

„Dromedarispoep is zó droog, dat het gelijk als brandstof kan dienen.”

Climate-control
Je lichaamstemperatuur ligt rond de 37 °C, met slechts een variatie van een halve graad naar boven of naar beneden gedurende de dag. Net als veel zoogdieren ga je zweten als je opwarmt, om zo je lichaamstemperatuur constant te houden. Bij de dromedaris is dat anders. Om zo weinig mogelijk kostbaar vocht te verspillen, zweet hij nauwelijks en kan zijn lichaamstemperatuur oplopen van 34 °C bij zonsopgang tot 41 °C op het heetst van de dag. ’s Nachts geeft hij die opgeslagen warmte weer af, zodat de volgende morgen de interne temperatuur weer 34 °C is. Zijn wollige vacht helpt bij het isoleren tegen extreme hitte. Deze eigenschappen beperken het vochtverlies met twee derde ten opzichte van een dier met een constante lichaamstemperatuur.

Het zit in het bloed
Zweten zorgt er bij de dromedaris niet voor dat zijn bloed dikker wordt, wat tot hartfalen zou kunnen leiden. Om dat te voorkomen compenseert hij het vochtverlies in zijn bloed met andere lichaamsvloeistoffen. Een dromedaris kan wel 25 tot 30 procent van zijn lichaamsgewicht aan vocht verliezen, wat voor de meeste andere zoogdieren fataal zou zijn.
Dromedarisbloed bevat nog meer trucs. De rode bloedcellen hebben speciale membranen waardoor ze opzwellen kunnen verdragen. Dus als water beschikbaar is en de dromedaris in 10 minuten 100 liter water naar binnen slorpt, barsten die bloedcellen niet open door de veranderde osmotische waarde (de plotselinge verdunning van het bloed). Bij koeien zou dat bijvoorbeeld wel het geval zijn.
Een dorstige dromedaris kan vochtverlies verder minimaliseren door zijn urine te concentreren totdat het een soort dikke siroop is. Dit beperkt het verlies tot een vijfde van wat hij normaal gesproken uitscheidt. De vaste uitwerpselen zijn zó droog, dat ze gelijk gebruikt kunnen worden als brandstof voor een vuurtje.
Zelfs bij droogte heeft een dromedaris niet altijd vloeibaar water nodig. Als het wat koeler is en er is voedsel dat voldoende vocht bevat, hoeft hij maandenlang niet te drinken. Een dromedaris kan ook een veel hoger zoutgehalte in zijn drinkwater verdragen dan andere dieren. Voor het opslaan van water heeft hij zes tot acht keer zoveel zout nodig als andere dieren…


Wil je meer weten over de vetbult van de dromedaris en hoe de Camelidae-familie zich heeft verspreid?
Je leest het in Weet Magazine.